Bepaalde ondernemersfaciliteiten zijn slechts van toepassing voor ondernemers die voldoen aan het urencriterium. Het betreft de oudedagsreserve, de zelfstandigenaftrek, de S&O-aftrek, de meewerkaftrek en de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid. Alleen voor de stakingsaftrek en de MKB-winstvrijstelling geldt het urencriterium niet.
1225-criterium en grotendeelscriterium
Om aan het urencriterium te voldoen moet een ondernemer minimaal 1225 uur per kalenderjaar besteden aan het voor eigen rekening drijven van één of meer ondernemingen (het 1225-criterium). Daarboven moet hij van de tijd die hij besteed heeft aan zijn onderneming, dienstbetrekking en overige werkzaamheden voor meer dan de helft aan zijn onderneming besteden (grotendeelscriterium).
Uitzondering starters en zwangeren
Starters hoeven aan dit laatste criterium niet te voldoen en slechts minimaal 1225 uur in de onderneming werkzaam te zijn om aan het urencriterium te voldoen. Een starter is iemand die in één of meer van de vijf voorafgaande jaren geen ondernemer was. In het jaar waarin een ondernemer zwanger wordt, geldt een fictie. Gedurende de periode die overeenkomt met het zwangerschaps- en bevallingsverlof zoals dat geldt voor werkneemsters worden zij geacht hun werkzaamheden niet te hebben onderbroken. Deze fictie vindt toepassing gedurende maximaal zestien weken.
Reisuren
Voor het urencriterium tellen de uren mee, die een ondernemer besteedt aan het reizen van de woning naar de plaats waar de onderneming is gevestigd. Dit geldt zowel voor het aantal uren dat in de onderneming wordt gewerkt (dus het 1225-criterium), als voor het grotendeelscriterium. Dit laatste is van belang als de ondernemer bijvoorbeeld ook in loondienst werkzaam is. Ook uren die worden besteed aan het verkrijgen van vakkennis om een al uitgeoefende onderneming te kunnen blijven uitoefenen worden aangemerkt als uren besteed aan het feitelijk drijven van een onderneming.
Coronacrisis: versoepeling urencriterium over 2020
Om te voorkomen dat ondernemers het recht op de ondernemersfaciliteiten verliezen zal de Belastingdienst er van 1 maart 2020 tot en met 30 september 2020 van uitgaan dat ondernemers altijd minimaal 24 uren per week aan hun onderneming(en) hebben besteed, ook als ze die uren door de coronacrisis niet daadwerkelijk hebben besteed.
Voor het verlaagde urencriterium van 800 uren per kalenderjaar in de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid geldt een overeenkomstige versoepeling. De desbetreffende ondernemers worden geacht minimaal 16 uren per week aan hun onderneming(en) te hebben besteed.
Met deze versoepeling van het urencriterium zullen ondernemers die normaliter voldoen aan het urencriterium, ook ondanks de coronacrisis aan het urencriterium kunnen voldoen.
Seizoensgebonden ondernemers
Voor seizoengebonden ondernemers is dit niet het geval als de piek van hun werkzaamheden in de genoemde periode valt. Daarom geldt voor deze ondernemers een aanvullende regeling. Zij worden geacht in deze periode hetzelfde aantal uren te hebben besteed als zij in de periode van 1 maart 2019 tot en met 30 september 2019 hebben gedaan. De ondernemer kan dan aan de hand van zijn administratie van vorig jaar beoordelen of hij in 2020 aan het urencriterium voldoet.