Zelfstandigen, geraakt door de coronacrisis, kunnen een beroep doen op extra inkomensondersteuning via de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). De zelfstandige moet dan wel voldoen aan het urencriterium van minimaal 1.225 uur per jaar (24 uur per week). Staatssecretaris Van Ark (SZW) is niet van plan om die eis te versoepelen. Dat blijkt uit antwoorden op Kamervragen over de Tozo-regeling.
Urencriterium
Wie niet voldoet aan het urencriterium is volgens de definitie van de Tozo geen zelfstandige en heeft geen recht op een Tozo-uitkering. Een eenduidige toepassing van dit criterium zorgt voor een duidelijke afbakening voor de uitvoeringspraktijk, aldus de staatssecretaris. Met het urencriterium wordt tot uitdrukking gebracht dat de uitoefening van het bedrijf of beroep een reëel karakter met een substantieel tijdsbeslag moet hebben. Daarom is de staatssecretaris niet van plan het urencriterium aan te passen of naar rato toe te laten passen. Zij vindt het urencriterium ook geen onredelijk hoge eis. Door dit criterium te hanteren kunnen veel parttime zzp’ers al in aanmerking komen voor de Tozo-regeling.
Wie niet aan het urencriterium voldoet, is aangewezen op arbeid in dienstbetrekking en kan bij een inkomen onder de bijstandsnorm eventueel een beroep doen op bijstand op grond van de Participatiewet.
DGA
Ook dga’s kunnen een beroep doen op de Tozo, als zij voldoen aan de criteria. Van Ark verduidelijkt dat de dga die een beroep wil doen op de Tozo moet verklaren dat er door de coronacrisis inkomensdaling is waardoor zijn/haar inkomen tot onder sociaal bijstandsniveau is gedaald. Bovendien moet de dga verklaren dat hij/zij, alleen of samen met andere in de bv werkzame personen meer dan 50% van de aandelen heeft. Daarnaast heeft de dga, evenals andere zelfstandigen die gebruik maken van de Tozo, de plicht om uit eigen beweging inlichtingen te verstrekken die relevant zijn voor het recht op en de hoogte van de bijstand.
Loonkostensubsidie en NOW
In de aanbiedingsbrief bij de antwoorden op de Kamervragen over de Tozo, komt de staatssecretaris nog terug op de verplichting voor werkgevers om een toegekende NOW-subsidie te melden bij de gemeente van wie zij een loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet ontvangen. De bedoeling van deze verplichting was een eventuele verrekening van de NOW-subsidie met de loonkostensubsidie om dubbele financiering van loonkosten te voorkomen. Die verrekening is echter moeilijk dan wel niet uitvoerbaar. Daarom laat de staatssecretaris deze werkgeversverplichting vervallen.
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 10 april 2020, nr. 2020-0000052676