De staatssecretaris heeft als reactie op de ontstane verwarring hierover een toelichting gegeven aan de Eerste Kamer. Bij een bedrijfsuitje waarbij het zakelijk karakter overheerst, bijvoorbeeld door een cursus, is voor de reis- en verblijfkosten de gerichte vrijstelling voor reis- en verblijfkosten van toepassing.
Voor zover de activiteiten op en rond het uitje in overwegende mate een consumptief karakter dragen, is er sprake van een personeelsfestiviteit. De vrijstelling voor reis- en verblijfkosten is dan niet van toepassing.
Zowel zakelijk als consumptief karakter
Heeft het uitje zowel een zakelijk als een consumptief karakter? In dat geval kan er gesplitst worden in een deel dat betrekking heeft op zakelijke reis- en verblijfkosten en een deel dat geacht wordt betrekking te hebben op een festiviteit. De invulling van het programma en de tijdsbesteding zijn daarbij bepalend of een dergelijke ‘knip’ kan worden aangebracht.