Gerechtshof Den Bosch heeft in hoger beroep geoordeeld dat gelet op alle omstandigheden een verzuimboete van € 50 passend en geboden is voor een bv die te laat de VPB-aangifte indiende.
Aan de bv is een VPB-aanslag opgelegd, alsmede een verzuimboete van € 2.460 wegens het niet tijdig aangifte doen. De aangifte over 2009 moest vóór 1 juni 2010 zijn gedaan. Op zowel de herinnering als de aanmaning werd niet tijdig gereageerd. De bv stelt dat zij na ontvangst daarvan steeds bij haar administratiekantoor navraag deed en tot twee keer toe de verzekering kreeg dat de aangifte al was gedaan.
De rechtbank oordeelde dat de boete niet proportioneel is, aangezien aan een natuurlijk persoon in de IB-sfeer voor hetzelfde feit een boete wordt opgelegd van € 226. De boete werd daarom gematigd tot € 452. Partijen gaan in hoger beroep.
Hof Den Bosch oordeelt dat gelet op alle omstandigheden een boete van € 50 passend en geboden is. Deze beslissing inzake de strafmaat behoeft niet verder gemotiveerd te worden. De hoger beroepen zijn gegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.