Recentelijk is door Rechtbank Den Haag een interessante uitspraak gedaan met betrekking tot het zogenaamde urencriterium.Om in aanmerking te komen voor o.a. de zelfstandigenaftrek en startersaftrek moet een ondernemer voldoen aan twee eisen:

  • hij/zij moet meer dan 1.225 uren aan zijn onderneming besteden.
  • hij/zij moet meer dan 50% van de gewerkte tijd hebben besteed aan zijn onderneming.

Deze laatste eis wordt vaak vergeten en is met name van belang als de ondernemer, naast zijn/haar onderneming ook nog in loondienst werkzaam is.

In de desbetreffende zaak had de belastingplichtige (laten we hem “X” noemen) 1.335 uren besteed aan zijn onderneming en 1.316 uren aan zijn dienstbetrekking.
Hij dacht dus voldaan te hebben aan beide voorwaarden voor het urencriterium.

De belastinginspecteur was het hier echter niet mee eens.
In de 1.335 ondernemingsuren had X namelijk ook zijn reistijd opgenomen. Dit is terecht, want uit eerdere arresten van de Hoge Raad blijkt dat de reistijd die in het kader van de onderneming wordt gemaakt meetelt voor het urencriterium.
In de 1.316 uren voor de dienstbetrekking had X echter niet zijn woon-werk uren opgenomen. Dat vond de belastinginspecteur niet juist. Als je deze uren namelijk wel zou meenemen zou X meer uren besteed hebben aan de dienstbetrekking, en dus niet meer voldoen aan bovengenoemde 50% eis, waardoor X geen recht zou hebben op de zelfstandigenaftrek.

De Rechtbank stelde X echter in het gelijk. De woon-werk uren maakten geen onderdeel uit van de arbeidsovereenkomst en hoefden dus niet meegeteld te worden. X voldeed aan beide eisen en had dus recht op de ondernemersaftrek.

Dus de tip voor de praktijk:

  • Leg in een urenstaat duidelijk vast hoeveel tijd u besteed aan werkzaamheden die worden verricht met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming.Reistijd valt hier dus ook onder.
  • Als u naast uw onderneming ook nog in loondienst werkzaam bent, dan tellen de woon-werk uren hiervoor niet mee voor het 50% criterium, mits deze woon-werk uren geen onderdeel uitmaken van de arbeidsovereenkomst.

Bron: De Rechtspraak