Over deze vraag was een paar jaar geleden (2016) veel te doen. De Hoge Raad had namelijk beslist dat als u de woning voor meer dan 10% gebruikt ten behoeve van de onderneming, u de gehele huur ten laste van de fiscale winst kon brengen. Vervolgens moest een correctie voor het privégebruik worden gemaakt.
Maar deze situatie is destijds al snel gerepareerd door de Staatssecretaris. De huidige stand van zaken is als volgt:
Bij de zakelijk gebruikte ruimte (de zogenoemde werkruimte) in de privéwoning zijn twee criteria van belang:
- het zelfstandigheidscriterium; en
- het inkomenscriterium.
Aan het zelfstandigheidscriterium wordt voldaan indien de werkruimte naar verkeersopvatting een zelfstandig gedeelte van de woning vormt. De werkruimte onderscheidt zich duidelijk door uiterlijke kenmerken van de rest van de woning. Indicaties zijn dat de ruimte beschikt over een eigen op- of ingang en over eigen sanitaire voorzieningen. Ook van belang is of de ruimte apart verhuurbaar is.
Aan het inkomenscriterium wordt voldaan indien de werkruimte intensief gebruikt wordt voor de verwerving van inkomen. Onder inkomen wordt in dit verband verstaan het totaal van de door de ondernemer genoten winst uit onderneming, belastbaar loon en belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. Hierbij is van belang of elders nog de beschikking is over een werkruimte. Als andere werkruimte beschikbaar is, dan is voor de kwalificatie van de werkruimte in de privéwoning als werkruimte in fiscale zin, van belang dat 70% of meer van alle inkomsten fysiek in de werkruimte in de privéwoning worden verdiend. Als geen andere werkruimte beschikbaar is dan de werkruimte in de privéwoning, dan is voor de kwalificatie als werkruimte in fiscale zin van belang dat 70% of meer van alle inkomsten in of vanuit die werkruimte worden verdiend én dat minimaal 30% van alle inkomsten fysiek in die werkruimte verdiend moet zijn.
Indien niet aan het zelfstandigheidscriterium of aan het inkomenscriterium wordt voldaan, is geen sprake van een werkruimte in fiscale zin. De huurkosten zijn dan niet aftrekbaar.
Indien wel aan zowel het zelfstandigheidscriterium als aan het inkomenscriterium wordt voldaan, is in principe sprake van een werkruimte in fiscale zin (een kwalificerende werkruimte). De belangrijkste gevolgen zijn dan:
- een evenredig deel van de huur is aftrekbaar van de winst, verhoogd met huurderslasten (zoals het schilderen van de werkruimte);
-
de kosten van verwarming, verlichting, inrichting en andere op de werkruimte betrekking hebbende kosten zijn 100% aftrekbaar.