HypotheekrenteaftrekEen man verhuurt vijf woningen, waarop de huurbeschermingsregels van toepassing zijn. De inspecteur stelt de waarde van de woningen vast op de WOZ-waarde op de waardepeildatum en corrigeert deze naar beneden met de leegwaarderatio om rekening te houden met de waardedrukkende werking van de verhuur. Als de waardering die voortvloeit uit deze stapeling van forfaitaire regelingen, voor 10% of meer afwijkt van de werkelijke waarde in verhuurde staat op de WOZ-waardepeildatum, dan moet de leegwaarderatio buiten toepassing blijven, oordeelt de Hoge Raad. Deze uitspraak is echter vooral interessant omdat de Hoge Raad ook spaarders voorziet van een mogelijkheid om zich te verzetten tegen de box-3-heffing over hun spaargeld…..

De Hoge Raad stelt vast dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever heeft beoogd om met het fictief rendement van 4% in box 3 op een globale maar aanvaardbare wijze rekening te houden met de werkelijk (gemiddeld) genoten inkomsten uit vermogen over een langere periode. Het forfaitaire stelsel van box 3 is daardoor in beginsel niet in strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol (EP) bij het EVRM. Maar als komt vast te staan dat het veronderstelde rendement van 4% over een lange reeks van jaren niet meer haalbaar is voor de particuliere belegger, dan is het forfaitaire stelsel mogelijk wel in strijd met het EP. Belastingplichtigen worden dan immers, mede gelet op het tarief, geconfronteerd met een buitensporige zware last.

Tip

Niemand ontkent meer (zelfs de politiek niet) dat de situatie die de Hoge Raad hier schetst zich al enkele jaren voordoet ten aanzien van spaarrente. Dit betekent dat voor al die jaren waarvan de IB-aanslag nog niet definitief vaststaat, u voor uw cliënt bezwaar kunt maken tegen de box-3-heffing over hun spaargeld. Het is niet uitgesloten dat een bezwaarprocedure tot een positief resultaat zal leiden.

Bron: Fiscount