
De Hoge Raad stelt vast dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever heeft beoogd om met het fictief rendement van 4% in box 3 op een globale maar aanvaardbare wijze rekening te houden met de werkelijk (gemiddeld) genoten inkomsten uit vermogen over een langere periode. Het forfaitaire stelsel van box 3 is daardoor in beginsel niet in strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol (EP) bij het EVRM. Maar als komt vast te staan dat het veronderstelde rendement van 4% over een lange reeks van jaren niet meer haalbaar is voor de particuliere belegger, dan is het forfaitaire stelsel mogelijk wel in strijd met het EP. Belastingplichtigen worden dan immers, mede gelet op het tarief, geconfronteerd met een buitensporige zware last.
Tip
Niemand ontkent meer (zelfs de politiek niet) dat de situatie die de Hoge Raad hier schetst zich al enkele jaren voordoet ten aanzien van spaarrente. Dit betekent dat voor al die jaren waarvan de IB-aanslag nog niet definitief vaststaat, u voor uw cliënt bezwaar kunt maken tegen de box-3-heffing over hun spaargeld. Het is niet uitgesloten dat een bezwaarprocedure tot een positief resultaat zal leiden.
Bron: Fiscount