De Belastingdienst heeft de collectieve uitspraak gepubliceerd in de massaalbezwaarprocedures tegen de box-3-heffing over 2017 tot en met 2020. Alle 200.000 bezwaarschriften zijn gegrond verklaard. Dat wil niet zeggen dat de deelnemers aan de massaalbezwaarprocedures nu weten hoeveel zij terugkrijgen en wanneer. Ook is er nog niets bekend over eventuele compensatie voor andere belastingplichtigen die te veel box-3-heffing hebben betaald. Een box-3-hefing op basis van het werkelijk rendement kan volgens het kabinet niet eerder ingaan dan in 2025. Wel wordt nu gewerkt aan spoedwetgeving, die een oplossing moet bieden voor de tussenliggende jaren.
Met de spoedwetgeving worden aanpassingen gedaan aan de bestaande box-3-wetgeving. Het kabinet zegt toe voor 1 april 2022 een richtingennotitie voor de hersteloperatie naar de Tweede Kamer te sturen. De linkse oppositiepartijen hebben inmiddels al wel een initiatiefwetsvoorstel aangekondigd, dat uitgaat van een progressieve heffing over bezittingen minus schulden met een heffingsvrij vermogen van € 100.000 per persoon. Daarbij blijft de eigen woning in box 1 en aanmerkelijkbelangaandelen in box 2. Het tarief loopt op van 1% tot 500.000 naar 5% boven € 5 miljoen belastbaar vermogen.
Aanslagen en aangifte IB 2021
De uitspraak van de Hoge Raad heeft ook gevolgen voor 2021 en latere jaren. Er worden momenteel geen definitieve aanslagen verstuurd aan belastingplichtigen met box-3-vermogen. Alleen als verjaring dreigt of als er een belang is bij de belastingplichtige, wordt hierop een uitzondering gemaakt. Zodra duidelijk is hoe het herstel eruit gaat zien, worden deze aanslagen hersteld. Belastingplichtigen worden hierover geïnformeerd.
De Belastingdienst vraagt belastingplichtigen om de voorlopige aanslag IB 2022 te betalen, in afwachting van verdere besluitvorming. Ook wordt aan hen gevraagd om de aangifte IB 2021 gewoon in te dienen met opgave van het box-3-vermogen. Belastingplichtigen met box-3-vermogen krijgen waarschijnlijk later dan 1 juli 2022 hun aanslag over 2021 opgelegd, ook als zij vóór 8 april aanstaande hun IB-aangifte over 2021 hebben ingediend.