Het percentage belastingrente dat verschuldigd is over aanslagen vennootschapsbelasting en bronbelasting gaat met ingang van 1 maart omhoog van 8 naar 10,5 procent. Het wordt daarom nog belangrijker om belastingrente te beperken/voorkomen door het aanvragen van een (nadere) voorlopige aanslag vennootschapsbelasting.
Met betrekking tot de vennootschapsbelasting sluit de belastingrente aan bij de wettelijke rente voor handelstransacties, maar minimaal 8%. Deze wettelijke rente is per 1 januari 2023 gestegen van 8% naar 10,5%. De verwerking van een rentewijziging vindt echter pas twee maanden later plaats. Dus de belastingrente met betrekking tot de vennootschapsbelasting bedraagt pas per 1 maart 2023 10,5%.
De belastingrente is verschuldigd als na verloop van zes maanden na het boekjaar een (voorlopige) aanslag wordt opgelegd. De belastingrente wordt voor belastingjaar 2022 berekend over de periode vanaf 1 juli 2023 (voor gebroken boekjaren: vanaf zes maanden na afloop van het boekjaar) tot zes weken na dagtekening van de (voorlopige) aanslag.
Om belastingrente te beperken of voorkomen, moet een verzoek tot herziening van de voorlopige aanslag 2022 voor 1 mei 2023 (voor gebroken boekjaren: voor de eerste dag van de vijfde maand na afloop van het boekjaar) worden ingediend. Belastingrente hoeft niet te worden betaald als de aangifte vennootschapsbelasting 2022 is ontvangen voor 1 juni 2023 (voor gebroken boekjaren: voor de eerste dag van de zesde maand na afloop van het boekjaar). ‘Daarbij geldt wel de aanname dat de (voorlopige) aanslag conform het verzoek respectievelijk de aangifte wordt vastgesteld. Ook voor eerdere jaren is het belangrijk zo nodig te verzoeken om een (aanvullende) voorlopige aanslag.’
De belastingrente was in verband met de coronacrisis tijdelijk verlaagd naar 4 procent (voor de Vpb), maar stond sinds 1 januari 2022 weer op het normale tarief van 8 procent.