Bent u voornemens een onroerende zaak te kopen? Dan zal het u niet ontgaan zijn dat sinds 1 januari 2021 de overdrachtsbelasting bij levering van een tweede woning en een bedrijfs-/beleggingspand 8% bedraagt. Soms geldt dit tarief ook bij de levering van een eerste woning. Per 2023 geldt mogelijk een tarief van maar liefst 10,1%.

Een koper van een onroerende zaak die hij niet zelf gaat bewonen betaalt sinds 1 januari 2021 8% overdrachtsbelasting. Het tarief van 8% geldt onder meer voor bedrijfspanden, beleggingspanden, tweede woningen, woningen voor de verhuur en aandelen in een onroerendzaakrechtspersoon.

Koopt u een eigen eerste woning? En zit er meer dan één maand tijd tussen het tekenen van de leveringsakte bij de notaris en de feitelijke oplevering van de woning door de koper aan u (vanwege een overeengekomen voortgezette bewoning door de verkoper)? Dan kan mogelijk de startersvrijstelling (0%) of het 2%-tarief niet toegepast worden, maar is het hoge tarief van 8% van toepassing.

De startersvrijstelling (0%) of het 2%-tarief kan overigens wel van toepassing zijn als u de eigen woning later betrekt omdat u eerst gaat verbouwen. Voorwaarde is wel dat u de woning na de verbouwing zelf als hoofdverblijf gaat gebruiken.

Per 1 januari 2022 is een aantal wetswijzigingen in werking getreden. Eén van deze wetswijzigingen ziet op het invoeren van een vrijstelling van overdrachtsbelasting bij de terugkoop van een woning waarbij uitvoering wordt gegeven aan een verkoopregulerend beding.

In het Coalitieakkoord dat op 15 december 2021 is gepresenteerd is voorgesteld om de overdrachtsbelasting voor niet-woningen én op verkrijgingen van woningen door rechtspersonen en particulieren die niet zelf langdurig in de woningen gaan wonen per 2023 te verhogen van 8% naar 9%. In de Voorjaarsnota is zelfs het voornemen van een verdere verhoging per 2023 naar 10,1% aangekondigd.

Neemt u gerust contact met ons op als u hierover vragen heeft. Wij helpen u graag. U bereikt ons via [email protected] of 036-2022 132.